Alle artikelen

Drijfveren in de topsport: Marieke Keijser

In de serie ’Drijfveren in de Topsport‘ gaan we, vanuit de samenwerking tussen Management Drives en TalentEmpowerment, in gesprek met bekende en minder bekende topsporters over hoe zij het maximale uit zichzelf halen. Deze keer doen we dat met Marieke Keijser, een 25-jarige oer-Rotterdamse die uitkomt in de lichte dubbeltwee boot. Of eigenlijk, uitkwam. Want Marieke hing na een glansrijke carrière met onder andere Europese, Wereld Titels en een bronzen Olympische medaille begin 2022 haar roeiriem aan de wilgen. In dit blog kijken we met haar terug op haar carrière. Natuurlijk door de gekleurde bril van Drijfveren.

De Olympische medaille niet als hoogtepunt.

Als we Marieke vragen naar het hoogtepunt van haar carrière, dan hoeft ze niet lang na te denken: “Sowieso het U23 WK van 2016 dat in Rotterdam geroeid werd. Dat was zo gaaf. In mijn eigen stad voor zoveel mensen mogen roeien. Ik was ook nog eens de postergirl van het event, dus iedereen herkende me op straat daar. En dan winnen….  Ja dat voelt geweldig. Ook nog eens met een straatlengte voorsprong van 10 seconden op de rest. Ik lag op de 1000meter al zover voor dat ik toen al kon genieten van de overwinning. Dat is echt mijn absolute hoogtepunt. Meer dan die bronzen plak in Tokio. De reden is eigenlijk heel simpel; er was geen publiek aanwezig in Tokio. Mijn coaches zaten in het quarantaine-hotel. Dan heb je 5-jaar lang naar zo’n doel toegewerkt, en dan heb je niemand om het mee te vieren. Daardoor voelde ik me best eenzaam in Tokio. Helemaal niet gezellig. Ik ben iemand die veel behoefte heeft aan mensen om me heen, met wie ik tegenslagen kan delen en successen kan vieren. Dat was er toen in mijn eigen stad wel, en daarom is deze keuze zo makkelijk.

“Er is natuurlijk veel geschreven over die race in Tokio. We lagen op koers voor goud, maar het werd in de laatste meters toch brons. Maar eigenlijk boeit me dat helemaal niet. Begrijp me niet verkeerd, ik had liever goud gewonnen. Maar ik kijk naar die bronzen plak echt als het resultaat van 10, 15 jaar ontwikkeling en persoonlijke groei. Kijk waar stond toen ik als jong meisje nog helemaal niks kon, en kijk waar ik nu sta als vrouw die echt ergens voor staat met een enorm doorzettingsvermogen. Daar ben ik echt trots op. De uiteindelijke kleur van die medaille heeft op die groei en die lessen helemaal geen invloed gehad. En als het “verliezen” van die gouden medaille al wel een invloed heeft gehad, dan ben ik er alleen maar beter en sterker van geworden.

“Als ik terugkijk op mijn carrière is dat hetgeen wat ik denk ik het moeilijkste heb gevonden. Het is voor mij moeilijk om van een 2e of 3e plek te genieten in een wereld en in een ploeg die zo om prestaties draait. En waar het daar dus voor en na wedstrijden alleen maar gaat. Over waarom het geen gouden medaille is geworden. Als een race goed gaat, en het resultaat is een 3plek, dan is dat gewoon goed. Ik heb zo takke-veel gewonnen. Ik heb in mijn carrière zo vaak op het podium gestaan. Maar toch liet ik me dan vaak meeslepen in dat het niet altijd goud was, en genoot ik dus minder van die prestatie.

Teamgevoel en een duidelijk plan als belangrijkste ingrediënten voor succes.

“Ik vind teamgevoel heel belangrijk, en besteedt er veel aandacht aan dat er verbinding is. Maar ik wil wel vooruit, met een helder plan. Over-analyseren, eindeloos stilstaan bij hóe iets komt, dat kost mij heel veel energie. Ik kan me nog herinneren dat we op een gegeven moment een meeting hadden met het team waarin we de data-expert voor de groep hadden staan. Hij ging met eindeloze grafiekjes uitleggen hoe onze laatste trainingsrace tot stand was gekomen. Het aantal slagen per minuut, de hoek van de riem, dat soort zaken. Duurde eindeloos. Iets is kennelijk zo, dus hup, dan gaan we er wat aan doen. Wil je dat ik harder roei? Prima, gaan we regelen. Maar de hele background van waarom dat dan zo is? Die mogen ze wat mij betreft voor zich houden. Dan zeg ik gewoon af en toe “Ik snap het”, haha..”

“Ik kan me goed voorstellen dat andere topsporters veel resultaatgerichtheid in zich hebben. In de topsport gaat het immers om winnen. Je wordt door je coach en het publiek afgerekend op het resultaat. Als je eerste wordt, win je goud en eeuwige roem. Als je vierde wordt krijg je helemaal niks. Ik denk dat mijn kracht er juist in zit dat ik dat niet heb. Ik kijk naar het team, maak samen met hen een helder en concreet plan, weet de balans te bewaken tussen verbinding maken en stappen vooruit zetten, zonder me blind te staren op het resultaat. Leidt het plan en de samenwerking tot zilver, of in het geval van de Spelen in Tokio tot brons? Fine for me. Dat is kennelijk het resultaat van het proces dat we met elkaar afgestemd hebben.”

“Het grappige is dat ik het plannen en structureren echt ontwikkeld heb. Ik heb een soort ADHD, wat ervoor zorgt dat je chaotischer bent. Om daar mee om te gaan moest ik al jonge leeftijd lijstjes maken om orde in de chaos te creëren. Ik heb die structuur echt nodig om te functioneren. Daar ben ik inmiddels heel erg goed in geworden en dat geeft me rust. Roeien is dan ook lekker hè. Je weet 6 weken van tevoren je programma, je weet dat je elke dag om 09.00 uur in het water moet liggen en dat je om een uurtje of 15/16 weer door kan. Heerlijk. Maar in het gewone leven is niet alles te plannen natuurlijk. Als ik op Rotterdam Centraal kom en de trein rijdt niet, dan krijg ik echt een error. Dan moet ik echt even schakelen. Daarom was het verplaatsen van Tokio ook best wel een ding voor mij. Ik had al gepland dat ik een gap-year zou nemen, dat ik een jaar lang niet hoefde te roeien en bijvoorbeeld eindelijk een keer op wintersport zou kunnen. Maar ja, die plannen konden de prullenbak in.

Blijven praten.

“Ik heb een teamgenoot die echt compleet anders in elkaar zit dan ik. Super resultaatgericht, en elk stapje dat we zetten moet bijdragen aan dat resultaat. Waar ik elke ochtend behoefte heb aan, bij wijze van spreken, samen een kop koffie drinken en bespreken hoe het met de ander is. Zij had een stuk minder behoefte aan deze smalltalk. Hetzelfde gold voor het eind van de dag wanneer we van het water afkwamen. Ik wilde samen de dag afronden, zij wilde er een streep onder zetten en weer focussen op de volgende dag. Toen dacht ik: “Zo kan ik de dag echt niet afsluiten.” Daar hebben we het echt wel samen over moeten hebben. Pas toen we begrepen waar we beiden vandaag kwamen, pas toen konden we de ander ook geven wat die zocht. En als de ander beter in zijn vel zit, dan komt dat ons beiden op het water van pas. Ook dat uitte zich tijdens COVID, in een periode waarin we veel individueel moesten doen. Dat werkte niet voor mij. Daarom zocht ik echt actief de verbinding met anderen. Bellen hoe het gaat, samen lunchen of rondjes lopen. Echt grappig om te zien dat de behoeftes en verwachtingen van mensen daarin zo van elkaar verschillen.”

En nu verder.

“Nu ik gestopt ben, ben ik veel aan het fietsen. Daar kan ik ook echt van genieten. Ik ga nog wel zien waar dat toe leidt, wie weet ga ik nog wel aan wat wedstrijden meedoen. Maar belangrijk is ook dat ik me ga focussen op mijn maatschappelijke carrière. Ik ben bezig met het afronden van mijn studie Health Policy Management, en werk ondertussen bij DPG Media om wat centjes te verdien en ervaring op te doen. Ik kijk met veel trots terug op mijn roeicarrière, maar kijk ook enorm uit naar de nieuwe kansen die mijn kant op gaan komen.”